|
||||||||
|
Er zijn zo van die platen waar een mens weken op voorhand al naar uitkijkt en telkens er nieuw werk van Leyla McCalla aangekondigd wordt, maken de harten ten huize van ondergetekende een vreugdesprongetje. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat we een serieuze boon ontwikkeld hebben voor deze Haïtiaans-Amerkaanse zangeres en muzikante, die ons ooit voorgesteld werd door de al even indrukwekkende Rhiannon Giddens. Mensen als die twee, die op zo’n indrukwekkende en toch zachte manier militeren voor de “zwarte zaak”, daar buigen wij diep het hoofd voor, zeker als ze dat doen aan de hand van fantastisch gezongen en dito gespeelde liedjes. Leyla is aan haar vijfde studioplaat toe en de tien songs, die erop staan, hebben alles waar in onze ogen de zangeres en activiste Leyla McCalla voor staat: teksten die ergens over gaan, meestal over de vele eeuwen onrecht dat het donker gekleurde deel van de wereldbevolking, net als de vrouwen overal ter wereld, is aangedaan en dat tot op vandaag onverminderd doorgaat. Tegelijk wilde Leyla dat de plaat licht en hoopgevend klonk, gewoon omdat er doorheen elke duistere wolk toch wel ergens een sprankeltje hoop blijkt te schijnen. Daartoe gebruikt McCalla deze keer een ruimer gamma aan stijlen en instrumenten dan ze eerder deed: van zweempjes Afrobeat en happen samba, folk en natuurlijk de Haïtiaanse accenten die er altijd zijn. Leyla vond inspiratie bij stemmen en pennen van mensen als Octavia E. Butler -haar De Zaaier is echt een must-read- en Alexis Pauline Gumbs, die samen met adrienne maree brown het standaardwerk Feminisms in Motion schreef -ik weet trouwens niet of dit ooit in het Nederlands vertaald werd, maar het zou hoogtijd worden dat het wel gebeurt, maar dit terzijde. Militant en bloedernstig dus, en tegelijk speels en zomers. Je hoeft maar één keer het clipje te bekijken dat op Youtube te bekijken is van Scaled to Survive of te luisteren naar Love We had om te begrijpen wat we bedoelen: dit is feestmuziek, al handelen de teksten niet meteen over de lichtste dingen des levens. Geen zon zonder warmte, geen licht zonder duisternis en dat krijgt bij momenten ook een instrumentale vertaling, zoals in het heerlijke “Tree”, een verhaal over een vrouw die bang is dat ze nooit de liefde zal vinden en die zich dus verandert in een boom die op de rand van een rots staat en dan rijst de vraag of ze zal springen ov-f niet, of ze zal verdrinken of niet, terwijl een scheurende gitaarsolo de groeiende angst en onzekerheid illustreert. Geweldig nummer vind ik dat, maar ik vermeld niet alles. Dit is namelijk een heel sterke verzameling songs van een ongemeen straffe zangeres, die langzaam aan een oeuvre werkt dat mijlenver uitsteekt boven zowat alles wat je dezer dagen te horen krijgt. Deze plaat is een volgende stap voorwaarts in het parcours van Leyla McCalla, dat sowieso al indrukwekkend is. Ze bereikt stilaan de status van “niet te missen”! (Dani Heyvaert)
|